Misschien moet je het maar niet doen. Als je plichtsgetrouw, vol van inzet en perfectionistisch bent. Voorzitter worden. Beter dan – voor jezelf en voor ons – dat je het over laat aan iemand, die minder hard werkend en verantwoordelijk is. Zo iemand die graag achterover leunt en een beetje laat gebeuren wat gebeurt. En die aan het einde fluitend naar het volgende gaat. Iemand anders dus.
Van je rol als voorzitter kun je zoveel maken als je wilt. Voor je het weet loop je met stapels papieren onder je arm en drukt een overvolle vergaderagenda op je schouders. Waar de anderen nog tijd hebben voor koetjes en kalfjes, een grap of grol, of even onderduiken als het ze uitkomt, heb jij voortdurend je oog op de klok. Deadlines in je nek. Je vergadering houdt nooit meer op. Je bént vergadering gewórden.
Maar het kan echt anders. Wees een luie voorzitter en laat anderen het werk doen. Een beetje het vergaderverkeer leiden is al een klus op zich. De rest is voor de rest en wees als voorzitter niet hun alibi om het rustig aan te doen. Maak zelf geen analyses, bedenk geen oplossingen en neem geen taken op je. En om je er helemaal van af te maken: zwijg als voorzitter bij de actielijst. Laat – in plaats daarvan -ieder zijn eigen actielijst oplezen aan het eind. Hardop. De kans is dan drie keer zo groot, dat die acties nog worden uitgevoerd ook, blijkt uit onderzoek. Fijne vergadering dan maar.