Moet het blijven plakken? Praat dan met labels.

9 mei 2014 | communicatie, gespreksvoering

“Luister”, zei de politicus, terwijl hij probeerde terug aan het woord te komen. En hij zei het niet één maar viér keer, in het debatje van een minuut of tien. Ik luisterde en hoorde niets meer van wat hij te vertellen had. Ik hoorde slechts ongeduld en onbegrepenheid. Hij had net zo goed “Koest” kunnen zeggen, of “Zit.”

Er is niks mis met een aanloopje of een aanzetje, wanneer je een punt wilt maken. In de retorica heet zoiets een label of etiket en het kan voor aandacht zorgen bij je publiek. Je introduceert je argument als argument en dat zet je publiek op het puntje van z’n stoel. Je begint bijvoorbeeld met “In een paar woorden:”, “Ik zal kort zijn” of “De kern van mijn verhaal is het volgende:” Een label is als een tussenkopje in je betoog.

De politicus schoot zijn doel voorbij. Wat hij bereikte bij de overige deelnemers aan het gesprek, was meer weerstand en meer tegengas. Met commando’s moet je zeer terughoudend zijn. Hou je gesprekslabels dicht bij jezelf. Als je niet begrepen wordt, probeer deze dan eens: “Laat ik het eens anders zeggen.”

 

Deel dit met

2 Reacties

  1. Machteld Kooij

    Wij noemen dat in Hilversum: ‘teasen’: de luisteraar prikkelen, nieuwsgierig maken naar wat je hebt te zeggen. “Laat ik het eens anders zeggen” kan. Misschien kan het nog wel spannender. Bijvoorbeeld: “Gister heb ik het aan den lijve meegemaakt!”… en je vertelt iets persoonlijks…

    Antwoord
  2. wimaalbers

    Dat is uit de cursus voor gevorderden Machteld 🙂

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer:

Tevroegpensioen

Tevroegpensioen

Ik was er wel klaar mee. Met bedrijven en organisaties, met adviseren, trainen en interimmen. Met het gedoe. Dacht ik. En...

Lees meer