De missie was er in marmer uitgebeiteld en de beurskoers bibberde voorbij op een lichtkrant. De onwaarschijnlijke ontvangsthal deed zijn best om je nietig en onbetekenend te maken.
Vroeger liet ik me er makkelijk door imponeren, tegenwoordig maak ik er juist mijn werk van. Hoe groter het concern, des te kleiner ik mijn aanpak maak. Het Wij en Ons laat ik voor wat het is, we gaan direct naar het Jij en Ik. Niet de policy en positionering, maar de droom en de durf, het doen en het doorzetten. Dat worden vanzelf grote gesprekken, waarin de omgeving – hoe enorm ook – even een bijrol speelt.
Corporate identity kan een warme deken zijn, maar ook een deken die loodzwaar is en bewegen haast onmogelijk maakt. Het vervolgstadium is ademnood en bewusteloosheid. En van binnen of van buiten, elke organisatie heeft daarom dekenoptillers nodig. Mensen die er telkens weer onder kijken, om te zorgen dat het daar blijft leven en bewegen.