Het slaat niet op de trommel. Het is niet luidruchtig of opzichtig. Eerder bescheiden en afwachtend. Empathie – het vermogen om je in te leven in een ander – is iets van kleine dingen. Ik aarzel dan ook om er grote woorden aan te wijden.
Empathie is zelfs nog minder dan sympathie. Sympathie maakt onderscheid: voor dit wél en voor dat niet. Sympathie gaat over jou in relatie tot de ander of iets anders. Sympathie is empathie met een oordeel. Plus of min. Like or not.
Empathie gaat niet over jou. Empathie is niet meer dan het vermogen om jezelf voor te stellen hoe een ander zich voelt. Nu, op dit moment, hier, terwijl het ergens over gaat. Meer dan dat is het niet en tegelijk zo belangrijk in hoe mensen zich tot elkaar verhouden. Empathie is zo klein, dat het vaak geen woord nodig heeft; geen bevestiging, geen pluim en geen troost. Empathie is in essentie niet meer dan een blik. Geen medelijdende blik, maar een blik naar binnen. Bij jezelf.