Volleybal is misschien wel de meest leerzame sport als het gaat over leiderschap. Wie mij wel eens heeft horen spreken over teams en samenwerken, die weet dat ik graag lessen trek uit mijn favoriete spelletje. Een van de dingen die je moet leren om in volleybal te winnen, is om goed te zijn in verliezen. In een gemiddelde wedstrijd krijgt het winnende team tussen de zestig en negentig punten om de oren. Wie daar niet mee kan omgaan trekt aan het kortste eind.
Ik stuitte gisteren op een mooi artikel over Leadership Lessons You can Learn From Volleybal. De schrijfster vertelt over ¨playing when you are down¨ en dat komt dicht bij mijn punt. Er zijn in de sport (én in het werk) zoveel momenten dat iets belangrijks mislukt, of dat je goede bedoeling zich zelfs tegen je keert. In volleybal krijg je dan direct een punt tegen en zo vaak dat je er makkelijk ontmoedigd door kunt raken. Pas wanneer je heel veel wedstrijden speelt ga je begrijpen dat het erbij hoort. Niemand wint ooit met 25-0 en de beste wedstrijden eindigen in drie of vier keer 25-22 en 25-23. Je kunt niet winnen zonder heel vaak je verlies te nemen.
Geen ondernemer wordt groot zonder dat hij heel vaak zijn neus gestoten heeft. Misschien is de belangrijkste competentie in zaken wel om iedere keer weer te kunnen dealen met mislukking. Om te begrijpen de weg naar winst gaat via veel falen. Het ligt voor de hand om daarbij te praten over mentale hardheid. Ik benoem het liever als veerkracht en bewegelijkheid. In volleybal is het een vaardigheid om elk verloren punt direct los te laten en om te schakelen naar het volgende.
Volleybal is een spelletje ¨tussen de oren¨. Ondernemen ook.