Alleen de uitschieters komen op televisie. Jij en ik waarschijnlijk niet. Of jij moet wél alle kranten van de afgelopen 15 jaar hebben opgestapeld in je badkamer. Samen met nog 121 kruiwagens aan afval, verpakkingsmateriaal en bij elkaar gescharreld schroot. Je huis en tuin helemaal vol. Daarmee kom je gegarandeerd op televisie.
Rommel is troost. Met rommel in je huis heb je altijd iets om handen. Iets om mee bezig te zijn als je even niet weet wat je moet doen. Als je niet weet wat nu belangrijk is, dan is er altijd nog rommel. Rommel leidt af.
Er is ook rommel die je niet kunt beetpakken. Rommel in je hoofd, in je blikveld, in je aandachtscirkel. En er is rommel in je werk, je bedrijf, je team. In je doelstellingen, je strategie in je actielijsten. Als je maar genoeg rommel verzamelt, dan kun je op een gegeven moment je focus niet meer vinden. Die was er vast en zeker ooit. Maar nu heb je andere dingen om je druk over te maken. Rommel.
Ik las een fantastisch artikel met de titel “The disciplined pursuit of less”. Door mij populair vertaald als “Ontrommel je leven.” Ik zou het lezen. Maak er tijd voor. En ik herinnerde me opeens een column van een paar jaar geleden. Over het opruimen van de strategische zolder. Misschien ook wel de moeite.