Ik heb met je te doen. Wat moet het druk zijn in je hoofd. Wat moet daar veel gebeuren en allemaal tegelijk. Misschien moet je even een paar dingen uitzetten voor we verder praten.
Je vraagt me door over mijn werk en na vijf minuten merk ik dat je niet naar mijn verhaal hebt geluisterd. Je interviewt me over mijn boek, maar je hebt je antwoorden al klaar. We stellen ons aan elkaar voor, maar mijn naam heb je niet gehoord. Er zijn ook zoveel mensen en misschien zijn die wel interessanter. Je wilt wel met me praten, maar tegelijk ook je glas bijvullen, zien wie er binnenkomt en meeluisteren naar het gesprek naast ons. Ondertussen check je je mail, want er kan nieuws zijn. Je kijkt op je horloge, want de tijd vliegt.
Als ik ergens een antenne voor heb dan is het voor nep-aandacht. Vergelijk nep-aandacht maar met een slechte internetverbinding. Je zendt, maar er gebeurt niks. Ik wacht, maar er komt niks tot stand. Of heel moeizaam. Misschien moeten we even herstarten, een paar windows sluiten. Niet alles tegelijk open hebben staan. Een sterkere verbinding maken.