Als een blok viel ik ooit voor een baan en een baas. Maanden zat ik al in een procedure met een headhunter en een multinational. Maar het schoot niks op in die kleilagen. En toen was daar opeens die andere “opportunity”. Een en al marketing en daadkracht en een werkgever met een motto: “Niet harder maar slimmer.” Binnen een week had ik getekend.
Met dat “slimmer” zat het wel goed in die tijd. De onderneming liep vooruit op de rest. De resultaten waren er naar. Zo ook de opbrengsten. Dat wende snel en dat deed ons ietsjes achteroverleunen. De aansporing “Niet harder maar slimmer” werd de constatering “Slim dus zo hard hoeft het niet”. Het duurde toch nog een paar jaar voor dat een pijnlijke misvatting bleek te zijn geweest.
Remmende voorsprong is één ding, lummelen is iets anders. Verblind door succes kun je het zicht op je markt en je concurrenten kwijt raken. Wat vaker de witte en de zwarte denkhoed opzetten kan helpen dit te voorkomen. Vervelender is het als gemak gewenning wordt, als een organisatie gesettled raakt; gezeteld; gaat zitten. Een beter motto is: “Slimmer én harder”.