Rivaliteit werkt voor motivatie, prestaties en indentiteit
Sommige dingen weet je zonder ze te weten. Zo zijn bij mooi weer de mensen gemiddeld blijer. En het samen naar de koffiemachine lopen werkt als een ijsbreker bij een kennismaking. Ik hoef geen onderzoek te lezen om beide stellingen te geloven (al zal er best onderzoek naar zijn). Ik weet bijvoorbeeld ook dat concurrentie goed is voor motivatie en prestaties. Plus dat een lange geschiedenis van onderlinge duels iets bijzonders toevoegt aan elk volgend treffen. In alle sporten zijn er derby’s en zelden gaat het heftiger op dan bij het “treffen met de buren”. Ik denk dus te weten, dat het uitmaakt tegen wie je strijdt, maar is het wel waar? Nu is er onderzoek dat het aantoont en dat brengt me op ideeën.
Harder erop
Lang geleden was ik aanwezig bij een clinic door een topsportteam. De trainer-coach verdeelde zijn spelers al tijdens de warming up in kleine groepjes, die bij elke opdracht die ze kregen met elkaar in competitie gingen. Hij legde uit dat hij in alle (alle!) trainingsoefeningen competitie aanbracht. En dat hij het liefst van het ophangen van het volleybalnet ook nog een wedstrijdje zou maken. “Niets wat zo de motivatie en prestatie opkrikt als met elkaar in competitie zijn. Het gaat er vaak harder op dan in de wedstrijd.” Ik heb dit altijd onthouden en moest er aan terugdenken toen ik in SPaPS het artikel Driven to Win las, van Gavin J. Kilduff.
Rivaliteit motiveert
Driven to Win, Rivaly, Motivation & Performance beschrijft de bevindingen van wetenschappelijk onderzoek in twee delen waarbij 314 kenniswerkers taken kregen uit te voeren in concurrentie (winst/verlies) met een onbekende. De helft van de deelnemers kreeg daarbij de instructie om zich daarbij een gelijksoortige, bekende en terugkerende concurrent (een rivaal) uit hun praktijk voor te stellen. Deze deelnemers bleken zich significant meer gemotiveerd te voelen dan deelnemers die zich voorstelden dat ze met een willekeurige tegenstander streden. Dit onderzoek bevestigde een aantal samenhangende veronderstellingen, namelijk: De motivatie van individuele kenniswerkers is hoger naar mate:
• deelnemers-in-concurrentie hun tegenstander beter kennen
• die tegenstander sterker op hen lijkt
• er in het verleden vaker onderlinge duels hebben plaatsgevonden
Rivaliteit is goed voor prestaties
In een tweede onderzoek, samenhangend met het eerste, werden de prestaties van hardlopers in 184 wedstrijden afgezet tegen de mate van rivaliteit. (Ik laat de validatie van de ingewikkelde methodologie hier maar even buiten beschouwing). De uitkomst was wel dat, naar mate hardlopers meer rivalen in een wedstrijd tegenkwamen de prestaties significant beter waren. Kort door de bocht vertaald: je presteert beter in een wedstrijd met rivalen dan met onbekenden.
Rivaliteit, maar…
Als het waar is (wat we dus al dachten) dat rivaliteit voor meer motivatie en betere prestaties zorgt, wat kunnen we daar dan mee? De onderzoeker doet daar geen uitspraken over. Wel waarschuwt hij voor te algemene conclusies. Rivaliteit als overstijgende vorm van concurrentie is niet geschikt voor alle taken (precisie vereisend, risicohoudend etc). Ook kleeft aan rivaliteit het risico van “ten koste van alles”. Hetprisonners dilemma en andere elementen uit de speltheorie komen hierbij om de hoek kijken.
Zomaar wat ideeën over rivaliteit
Als het waar is (en dat dachten we dus al), dan kan rivaliteit ons op diverse manieren helpen.
Wat te denken van aanbestedingen en creatieve competities. Hoe goed kennen we onze concurrenten? Hoe zorgen we dat we ze beter leren kennen? Hoe activeren we hun denkbeeldige tegenwerking tijdens onze creatieve sessies, tijdens het ontwerpen, het rekenen en het voorbereiden van onze klantpresentaties? En onze klantenserviceteams, met wie meten zij zich? Wie willen ze verslaan? Kennen ze de concurrentie? De rivaliteit tussen onze verkopers; is die voldoende en functioneel (of juist contraproductief)? En hun echte rivalen, de externe, kennen ze die voldoende?
Mijn overtuiging is dat ook intern met rivaliteit meer te doen is. Samenwerking is de voor de hand liggende manier van presteren binnen een bedrijf. Maar wat als we daar op de geëigende momenten en plekken iets meer rivaliteit aan toevoegen? Tussen mensen, teams, afdelingen. Het rivaliteitsgevoel dat we ook ervaren als we gaan karten tijdens het afdelingsuitje.
Tenslotte, rivaliteit en identiteit
Het onderzoek toonde ook aan, dat bij toenemende rivaliteit de ontastbare drijfveren zoals eergevoel, trots en status aan belang wonnen ten opzichte van de tastbare (de beloningselementen). Het opzoeken van rivaliteit in het werk kan een alibi, respectievelijk aanjager zijn om met elkaar te verkennen welke overtuigingen, beelden en gevoelens een rol spelen in ons werk en onze taakopvatting. Goed voor persoonlijke ontwikkeling en teambuilding.