Nog even over die schaterlach; glijmiddel bij ongemak. Hij kan ook iets té gul zijn; de lach die het verkeerde weglacht. Geen onwennigheid of ongemak, maar pijn die een signaal is. Iets dat seriéuze aandacht verdient.
Soms legt iemand zomaar de vinger op zo’n zere plek. Een zorg, een klacht, een uiting van onbegrepenheid. Het komt er uit omdat het er uit móet, in een onbewaakt moment. De stilte er na wordt gevoeld, door iedereen die er bij is. Gelukkig is er dan die gevatte collega, die overal een goeie grap van weet te maken. Lachen!
Maar proberen weg te lachen wat écht niet weg gaat, is als wrijven in een vlek. Het wordt er alleen maar groter van. Gelukkig zijn er mensen die op zo’n moment niet mee schateren. Die niet meedoen met de lach van laten we maar snel verder gaan. Die de boel stil leggen en even terugdraaien: “Wacht even mensen, dit ís geen grap.” Die mensen zijn verschilmakers.