Vrouwen zijn er gemiddeld beter in dan mannen. In tegenslag. Haar dat niet wilde, meeting verprutst, bus net voor de neus weg, spaghetti aangekoekt. Na zo’n alles-zit-tegen-dag kruipt ze met de benen omhoog op de bank met een boek. En ze gaat vroeg naar bed. Morgen weer een dag.
Hij niet. Hij probeert voor de zesde keer die upload en zit mokkend tot na middernacht aan die @#$computer. Het móet toch een keer lukken.
Nooit opgeven is een mooie leus, maar je kunt er een flinke slaapachterstand van oplopen. Of iets aan je hart of maag. Het is maar waar je zwakke plek zit. Of het nou je fietsverlichting is of je masterplan, er zijn nu eenmaal dagen dat duwen niet helpt en trekken ook niet. Vrouwen gaan daar beter mee om dan mannen. Gemiddeld genomen.
Misschien helpt het als we het anders gaan noemen. Pas op de plaats, time out, let go, relax. Misschien is overgave een beter woord dan opgave. Soms moet je nemen wat er komt en zoals het komt. Van alleen maar voorspoed gaat de lol ook af op den duur.