In de catacomben van een voetbalstadion las ik ooit een spreuk. Op de wand van de spelerstunnel stond: “Wie denkt aan de mogelijkheid van verliezen, die heeft al verloren.” De tekst zette me aan het denken over verlies. Terwijl me dat nou net niet de bedoeling leek.
Het is een onmogelijke opdracht; “denk niet aan …”. Roze olifanten hebben er hun bekendheid mee verworven. Iedere topsporter weet dat zijn beste prestaties ontstaan in de “flow”. Over die flow is veel geschreven, maar één van de definities van flow is “een geestestoestand waarin winst vanzelfsprekend is”. Lees vooral Reis van de held van Frank Heckman en Steven de Bie.
In allerlei kook-, zing- dans- en andere competities op televisie bevraagt men de deelnemers op hun weg naar de finale voortdurend naar hun zieleroerselen. “Hoe belangrijk is het voor je, dat je wint?” Het valt me op, dat negen van de tien de vraag beantwoorden met wat er met ze zou gebeuren, als ze niét zouden winnen. Iedere keer dat ik zo’n antwoord hoor doet het bij mij een beetje pijn. Zouden ze dat zelf ook niet voelen?
Laatst zei een jonge danseres – deelnemend aan zo’n tv-competitie – “dat je alleen maar héél, héél, héél erg graag moest willen winnen.” Dat deed ze vervolgens ook.
Het zou interessant zijn om te onderzoeken, of er een verband bestaat tussen die antwoorden en de uiteindelijke winnaars.
Ook dit is Momentum Maken