Eerst even een misverstand uit de weg. Delegeren is niet makkelijk. Wie denkt dat ik dat bedoel met Stevig Loslaten, die moet het nog maar eens teruglezen. Over de schutting gooien, afschuiven; dat is makkelijk. Daarvoor hoef je echt niet doorgeleerd te hebben. Daarom gaat het dan ook vaak fout. We hebben niet doorgeleerd.
Iedereen heeft wel eens een training leiding geven gehad. Of bijna iedereen. En al die trainingen gaan over managementstijlen. Bijna allemaal dan. Het vervelende is dat we twee dagen trainen en vervolgens meer dan 200 honderd dagen écht bezig zijn in een jaar. Niet een verhouding waarvan je veel rendement mag verwachten. Niet in de sport, niet in de kunsten. En waarom dan wel in management?
Delegeren moet je aanleren en uit-oefenen. Uit- als in uit-den-treure. Tot het je neus uit-komt. Tot je uit-geteld bent. In een professionele dieptepass én in een duizelingwekkend pizzicato zitten elk al gauw 10.000 trainingsuren. Die krijg je van geen baas op de hei. Die zul je zelf ergens moeten inplannen; het kan bijna niet anders dan tijdens je werk.
Voor Stevig Loslaten moet je leren delegeren, met vallen en opstaan. Talloze keren, tot je op een dag ervaart hoe je er overeind mee blijft en er daarna vaart mee kunt maken. Wat de meeste mensen tegenhoudt, is de angst voor die eerste paar keer vallen. Dus houden ze vast tot ze kramp krijgen.