Ooit kreeg ik een stevige ruzie met mijn baas. Bij de presentatie van de jaarplannen had ik het als mijn doel geformuleerd om mezelf, mijn functie en mijn afdeling overbodig te maken. “Je hebt veel vrijheid gekregen Wim, maar daarvoor heb ik je niet aangenomen”, was het boze commentaar van mijn CEO. Met een ingelast wandelgesprek lukte het ons om weer met elkaar op één lijn te komen.
Er zijn tenminste drie argumenten voor het overbodig maken van jezelf. Het eerste lijkt nogal egocentrisch; wie zichzelf overbodig maakt komt niet meer om in het werk. Lekker natuurlijk, maar ook voor je medewerkers, die graag wat vaker van je aandacht zouden willen profiteren. Het tweede argument gaat ook over hen. Ze kunnen alleen groeien door de dingen zelfstandig te gaan doen. Misschien wel de moeilijkere dingen. Mits jij die niét meer doet natuurlijk. En het derde argument is helemaal voor jouzelf en de zaak. Overbodig is handen vrij. Klaar om weer iets nieuws aan te pakken. Als je dat wilt, tenminste.
Mijn indruk is dat teveel managers druk zijn met hun overbodigheid voorkomen. Jammer.