Ze bestaan. De mensen die denken dat conflicten goed zijn. Voor hun relaties, voor hun organisatie, voor de winst, voor hun geluk. Ze laten niet na om tegenstellingen te benadrukken, wrijvingen uit te spelen, mensen met elkaar in competitie te brengen, tegen elkaar op te zetten. Vanuit het heilig geloof in de energie die het opwekt en de prestaties. Het geloof in de opbrengst van het vijandmodel.
Er zijn er ook die denken dat het anders is. Die vermoeden dat er bij conflicten veel energie weglekt, verloren gaat, kwijt raakt. Al kun je dat vaak niet hard maken. Die voelen de directe en indirecte schade – aan de zaak en aan de mensen – groter is dan de meeste mensen door hebben. Maar die niet weten hoe het anders zou moeten of kunnen. En dus aarzelen om er een punt van te maken.
En dan zijn er nog mensen die het niet voor lief nemen. De ellende, de ergernis, het geruzie, gedoe en gedonder. Die één ding zeker weten; het is afleiding in plaats van aandacht en excuus in plaats van energie. Zij gaan “tegen de stroom inzwemmen en de negatieve patronen en gewoontes doorbreken”, zoals Robert Quinn beschrijft in zijn nieuwe boek Lift, over Positief Leiderschap. Zie het artikel over Quinn in MT.
Ik weet wel waar ik sta. Maar wat is jouw opvatting over conflictdenken? Wie zijn jouw voorbeelden van Positieve Leiders?