We lopen te hard van stapel. Gemiddeld genomen. Ik, jij, wij allemaal; we gaan in onze projecten vaak van start alsof de duivel ons op de hielen zit. De vaart erin, vooruit met de geit, niet kletsen maar doen, snel scoren. Natuurlijk, er is laaghangend fruit en wie wil er niet een quick win? Maar waarom lopen dan zoveel van die projecten vast, als ze al niet totaal mislukken? Omdat we in onze haast vergeten de anderen mee te nemen.
Ik las over het boek Het Perfecte Project en herkende veel. Auteur Bart Flos gebruikt een mooie metafoor van “projectvuur” en signaleert dat de mens-kant in projecten structureel onderschat wordt. Zelf gebruik ik vaak het beeld van de wagon en het elastiek. Wie als een gek gaat lopen trekken maakt snel veel meters, maar verliest de verbinding met “de anderen.” Voor beweging in je project moeten ze uit de wagon en mee-duwen. Om dat te bereiken moet je in het begin veel meer tijd reserveren. Langzaamaan beginnen. Traag in plaats van snel.
Bestuurskamers en projectteams zouden gebaat zijn met minder managementjargon en meer oudhollandse gezegden. Zoals hardlopers zijn doodlopers, haastige spoed is zelden goed en langzaamaan dan breekt het lijntje niet. Wie mensen wil meekrijgen die zorgt dat de vaart eruit gaat, meteen bij de start. Die luistert en kijkt om zich heen, naar waar de échte urgentie zit, de heilige wil en de ontembare energie. En naar wie het vervolgens oppakt. Het lijntje.