John was de grote afwezige. Zijn naam werd genoemd in elk interview dat ik er hield. Hem zelf spreken kon ik niet, want hij was al twee jaar geleden vertrokken. Werkte nu voor de concurrent. Maar de organisatie droeg nog steeds zijn stempel. “We zeggen wel eens tegen elkaar; dat zou John anders hebben aangepakt” en “als John er nog was geweest, dan stonden we er nu vast anders voor”.
Veel organisaties hebben een John. John is meestal niet de baas, maar zonder dat het is uitgesproken heeft hij wel de leiding. Iedereen kan je zo vertellen wie hier de John is. Hij (of zij) vertegenwoordigt iets, dat belangrijk is voor iedereen die hier werkt. Als je wilt weten wie wij zijn als bedrijf, waar we voor staan en hoe wij de dingen doen, dan moet je met John praten. Als hij er tenminste nog is en niet naar de concurrent is overgelopen.
Denk goed na over welke mensen er in jouw organisatie de John zijn. Geef ze de ruimte en wees zuinig op ze. Ze helpen je met de richting en de binding van je organisatie. En denk goed na of je zelf wel voldoende John bent.