Wie voor het eerst op Twitter komt, die kijkt zijn of haar ogen uit. Er gebeurt op dat moment namelijk nog helemaal niets. Velen haken dan ook gelijk weer af. Jammer. Want ga je aarzelend verder, dan komt het echt wel op gang. Wie nieuwsgierig eens meekijkt met een ervaren gebruiker (eentje met een paar honderd contacten), die gaat het al snel duizelen van alle bedrijvigheid. Ook daarom geven mensen het op.
Maar twitter is een medium dat je moet leren kennen, met heel eigen gedragsregels. Die Twittermores zijn goed beschreven op verschillende plaatsen. Ze zorgen ervoor dat we elkaar op twitter goed begrijpen, ook al gebruiken we maar een paar woorden. Die mores zijn heel leerzaam, ook voor buiten twitter. Ik zal hier nu een paar van die afspraken twitteren. U kunt vast zelf wel de vertaling maken naar die andere, “ouderwetse” communicatie-praktijk.
Denk na over wie je bent en verwoord dat keer op keer duidelijk, maar ook met wat spannends erin. Een intrigerende twitterbio geeft volgers. (140)
Begin met brengen. Zorg dat je voortdurend interessante content hebt voor anderen. Je hoeft er niet zelf over te praten. Verwijzen is beter. (140)
Spreek en schrijf met duidelijke “koppen”. Laat mensen niet in het ongewisse over wat er komt. Je zakelijke “lezers” waarderen helderheid. (140)
Wees niet alleen zakelijk. Dat vinden wij saai. Veel interessanter word je door een goede mix van business en privéinformatie. Balans werkt. (140)
Volg je hart en gevoel. Het moet&mag vooral ook leuk zijn. Waarom niet lachend de waarheid zeggen? (Horatius). Humor werkt, net als citeren. (140)
Beloon je volgers voor hun trouw. Ontwikkel jezelf & laat dat aan ze zien. Met saaiheid is niks mis, behalve dat je de mensen kwijtraakt. 🙂 (140)
Gebruik oneliners om stelling te nemen. #Geefjewoordenvleugels en ondersteun ze met non-verbale tekens. En wees duidelijk over je gevoel 😕 (140)
Wees ook eens een tijdje stil. Wie zelf alleen maar door kwettert, heeft geen tijd om naar alle andere mooie vogels in het bos te luisteren. (140)
Gebruik niet altijd alle ruimte. Hou het kort als dat kan. Het gaat over de tijd van de lezer. (94)
(Uit de column Het Kan Best Wat Korter – lessen leren van twitter, geschreven in 2009)