Niemand kan zichzelf inspireren. Inspireren is geen betrekkelijk werkwoord. Jij inspireert mij. Iets of iemand inspireert jou. Inspiratie komt van buiten en dáár moet je dus wezen voor nieuwe indrukken, invallen en ideeën. Verwacht niet teveel van je eigen hoofd. Waar is dan wel inspiratie te halen? Ik geef je een paar tips.
Iemand vertelde mij deze week dat ze haar beste ideeën kreeg tijdens het afwassen. “Met mijn handen onder de stromende kraan…” Ik begreep direct wat ze bedoelde; bij mij komend de beste ideeën onder de douche. Veel mensen zullen dat herkennen. Warmte, stroming en dat op je huid. Ook zoiets: fietsen. Ik heb het ook met de wind in mijn haar.
Inspiratie heeft veel met je zintuigen te maken. Met voelen, horen, ruiken, proeven en zien, bewust en onbewust. Activeer je zintuigen door ongewone dingen te doen, patronen te doorbreken, af te wijken van je ritme. Inspiratie zit zelden in je agenda of je bureaustoel. Voor inspiratie moet je erop uit.
Sta op om 5 uur. Fiets of loop een eind. Maak thee in plaats van koffie (of andersom). Lees een gedicht. Kijk het nieuws op de BBC. Geef de planten water. Ga met de bus, trein of tram in plaats van per auto. Kies een ander bureau dan gewoonlijk. Laat je computer zo lang uit als het kan. Neem de middag vrij. Bezoek een museum. Loop terug met een omweg. Koop iets bij de toko. Luister naar radio4. Teken een zelfportret. Maak wentelteefjes. Drink er oploslimonade bij. Ruim je zolder op. Speel mastermind tegen jezelf. Herlees een oud stripboek. Doe rek en strekoefeningen. Drink een glas melk. Lees een hoofdstuk. Ga vroeg naar bed. Doe de volgende dag weer iets heel anders. Inmiddels ideeën zat, toch?
Deze blog kwam grotendeels tot stand op de fiets, bij wijze van schrijven.