“Laat jezelf niet in de verdediging drukken.” Het is een voetballes en hij geldt één-op-één voor communicatie en met name in het debat. Uitgaan van eigen kracht, controleren op het middenveld, het speelveld breed houden en afwisselend temporiseren en versnellen. Elk van deze voetbalclichés kun je moeiteloos vertalen naar communicatie. Maar “de aanval is de beste verdediging” staat op nummer één. En toch zijn er grote namen, ook in het politieke debat, die zich hopeloos achteruit laten drukken. Iemand als Job Cohen verliest momenteel zo wedstrijd na wedstrijd op punten.
Er is maar één manier waarop een verdedigend ingestelde partij de wedstrijd kan winnen en dat is met messcherpe counters. In het debat zijn er twee soorten counters om mee te scoren: keiharde feiten en smeuïge one-liners. Cohen beschikte over geen van beiden in de interviews bij Nova en Pauw & Witteman. Zijn verdedigen was daardoor krachteloos en moet zorgwekkend zijn voor zijn achterban. In de aanloop naar de halve en hele finales in de verkiezingsstrijd lijkt bij Cohen nog zo’n cliché van toepassing. Kampioen worden is veel moeilijker dan kampioen zijn.