Wie goed heeft geluisterd naar Merkel en Rutte deze week heeft ook gehoord wat ze niet zeggen.
En wie een beetje selectief zijn kranten leest kan het ook niet ontgaan zijn. De duur van de Coronacrisis gaat veel langer zijn dan wij ons nu kunnen en willen voorstellen. En de maatschappelijke impact des te groter. We staan aan het begin van het begin.
Veel van het tegengeluid tegen de maatregelen draait om de economische motor die de basis is van onze welvaartsniveau (zorg, onderwijs, welzijn, cultuur, vrijetijd enz.) Valt die motor stil, dan is de schade op langere tijd nog veel groter dan…. dan wat? Dan de schade van een ongecontroleerde en veel grotere uitbraak? Bij de risico afwegingen die nu gemaakt worden schiet ons voorstellingsvermogen simpelweg tekort.
Dat tekortschieten uit zich in de debatten als “Het kan toch niet zo zijn dat…” gevolgd door een schrikbeeld. Het kan toch niet zo zijn dat bedrijven, scholen, theaters, horeca….? Het kan toch niet zo zijn dat we langer dan, nooit meer, overal, voor altijd….? Het kan toch niet waar zijn? Ik voel mee met de ondernemer, de schooldirecteur, de festivalorganisator, de vakantieganger. Ik hoor onze collectieve nachtmerrie. Was het maar een nare droom.
We zitten in de ontkenningsfase van een rouwproces. Rouw om het verlies van een levenswijze van welvaart en vrijheid die ons zo dierbaar was. En voor we toe zijn aan aanvaarding moeten we ook nog dealen met boosheid, verdriet en desorientatie. Pas als we aanvaarden kunnnen we vooruitkijken.
Gisteren fietste ik voorbij een rijtje cafés. De meeste gevels gesloten, de terrassen helemaal leeg of juist nog vol stoelen en tafels. Uit één zaak klonk muziek. Het terras was belijnd, de beperkte zitjes verdeeld, in de gevel een afhaal- en uitgifteloket en op de deur een poster: “Zodra we weer open zijn bent u de eerste”. Sommige mensen zijn gewoon wat verder in hun proces.