“Het begint met een idee, gevolgd door groot enthousiasme. En dan ineens ontdek je hoeveel interesse er bestaat in goede voorlichting over pensioenen”.
Dat schreef de directie van Avero aan mij, bij het verschijnen van Pensioen Profiel in 1993. De uitgave van 200 bladzijden is ongelezen en mij onbekend. Nooit heb ik zaken gedaan met deze verzekeringsmaatschappij, laat staan dat ik de directie ken. Het pocketboek oogt overigens fris, met op de omslag de illustratie van een appel van astronomisch afmetingen. De belofte is duidelijk en toch …
Ik heb nooit last gehad van veel interesse. Pensioen en ik waren namelijk niet compatibel. Het onderwerp stootte mij af, verzekeringspapieren bleven altijd lang onaangeroerd liggen. Geldzaken in het algemeen, ik zette mij er slechts met tegenzin aan. Mensen die er wél genoegen in schiepen irriteerden mij dan ook. Ik voelde me altijd een beetje minderwaardig in het gezelschap van hen die wél de verantwoordelijkheid voor hun toekomst namen. Zij die zich er terdege in verdiepten, hun zaakjes goed geregeld hadden, hun financiën goed gepland.
De sommetjes van de pensioenverzekeraars zijn natuurlijk helemaal niet zo moeilijk, maar de begrippen die ze gebruiken wilden nooit blijven plakken. Eindloon, grondslag, jarenequivalent, tientallen malen heb ik anderen gevraagd om me (betaald of niet) nog eens uit te leggen hoe het zat. Ik presenteerde ze dan mijn doos vol lijfrente– en andere polissen en stelde ze de simpele vraag: ”Is het genoeg?”. Meewarige blikken waren mijn deel. En geduldig legden ze me nog eens uit dat het eigenlijk heel simpel was. Dan begreep ik het weer even (oh ja, natuurlijk) en prentte ik het me in, maar een paar maanden later was het opnieuw allemaal gewist. Een af-fabriek-defect van mijn harde schijf.
Het boekje van Avero bleef ongelezen. Ik wilde me helemaal niet druk maken over later, het nu was al ingewikkeld genoeg. Ik troostte me met de gedachte dat het allemaal zo voorbij kon zijn en dat het dan zonde van mijn tijd geweest was, al dat pensioengedoe.
Maar hoe langer het duurde, des te meer begon het aan me te knagen: stel je voor dat ik de vijfenzestig wél zou halen… En misschien moet ik het nu toch maar eens gaan lezen.