Het is maar de vraag wat het grootste van twee kwaden is; te weinig actie of te weinig gepraat. Ondernemersbloed heeft traditioneel een hoog gehalte “niet lullen maar poetsen”. Activiteit, liefst met voorzetsel pro-, is synoniem geworden voor resultaat en succes. Het heerst. Toch valt er wel wat af te dingen op al die hoog opgerolde mouwen.
Ik las een prettig tegendraadse blogpost op HBR, met als titel The Best Leaders Talk The Walk. De boodschap van auteur Bill Taylor is dat de bla-bla van een bedrijf belangrijker is dan we willen geloven. Het vocabulaire van een organisatie is het cement waarmee visie, kernwaarden en normen en afspraken worden opgemetseld tot een stevig bouwwerk. Maar in onze actiegerichtheid willen we het belang ervan nog wel eens onderschatten.
Ooit vroeg ik een ondernemer hoe vaak hij eigenlijk voor zijn troepen stond. Op de bühne, op de bres, op de zeepkist, op het podium? “Eigenlijk nooit”, was zijn antwoord en toen bleef het even pijnlijk stil. Het was niet zo zijn ding, “dat gepraat.” Hij was meer van “aanpakken en handen uit de mouwen”. De praatlunches die we vervolgens deden waren inderdaad even wennen voor iedereen. Ze zorgden wel voor antwoorden op de prangende vragen, aan beide kanten. En voor een ongewoon goed gevoel.
In denk dat er in veel organisaties genoeg go-go-go is, maar te weinig goede bla-bla. Dat we te snel aannemen dat we elkaar wel begrijpen, op een lijn zitten en dat de doelen helder en de afspraken duidelijk zijn. Ik denk dat leiders te weinig voor de groep gaan staan, vertellen wat ze echt willen en vervolgens hun mond houden. Want dat maakt echt goede bla-bla; een leider die ook luistert.