“De afspraak was om het pakpapier heel te houden.” De sinterklaasavonden in mijn jeugd waren naast een feest ook een beproeving. Als eindelijk de mand met cadeaus was gearriveerd, begon een tergend traag gepeuter en gepulk aan plakband. Pakje voor pakje. Wild losscheuren was taboe. Het afgewikkelde pakpapier werd ter plekke glad gestreken en opgestapeld voor hergebruik. Het uitpakken van een cadeau koste zo meer tijd dan het inpakken ervan. Alle aandacht in de kamer was gericht op de handen van de uitpakker en de spanning liep daardoor op tot grote hoogte. Uitpakken was onthullen, met de bijbehorende kreten van ontlading.
In de loop van de tijd kwam de sleet in die gewoonte. Uitpakken werd een gretig en onbeheerst gescheur en gegraai en het pakpapier werd achteloos opgepropt en op de grond gegooid. Zuinigheid en hergebruik was uit de mode. De sinterklaasavonden verliepen sneller en na een uurtje zaten we elkaar en beetje wezenloos aan te kijken. “Was dit het?” “Ja dit was het.” “Is er nog iets op TV vanavond?” Iemand haalde vast een vuilniszak voor de papierresten. En op een gegeven moment zijn we gestopt met Sinterklaas vieren.
Ik pleit voor eerherstel voor het pakpapier. Voor voorzichtig en aandachtig uitpakken met net zo veel zorg en liefde als voor inpakken. Voor het langzaam openvouwen, afwikkelen en onthullen van de cadeaus die we elkaar geven. Voor oohs en aahs en voor blikken van appreciatie in de richting van de gevers. Voor lange winteravonden met veel tijd voor uitpakken.