Ik verkeer graag in kringen van ondernemers. Bij een biertje een beetje praten over zaken. Over wat werkt en wat niet, over de successen en de mislukkingen. Als ik ze vraag naar hun geheim, gaat het vaak over inspiratie en transpiratie, hard werken, doorzetten en incasseren. “Maar echt een geheim? Zo zou ik het niet noemen. We houden hier nogal van no-nonsense.”
Nou vragen ze me meestal niet om maar een beetje met ze mee te kletsen. Dus als ik no-nonsens hoor dan steek ik wel even mijn vinger in de lucht. Ik begrijp wel wat ze bedoelen, maar ik herken ook een valkuil van jewelste. Die van doe maar gewoon en gek genoeg, die van de kop boven het maaiveld. Hollandse bescheidenheid plus een allergie voor “praatjes”. Maar het is een dunne lijn tussen nuchterheid en schuchterheid.
Een feit is dat ondernemen begint met en bestaat van nonsens. Met een inzicht of een idee, zonder verband met de werkelijkheid. Die markt, dat product, op die plek, tegen die condities, met die concurrentie? Niemand anders die het zag of geloofde. “Daarmee een bestaan op bouwen? Onhaalbaar of onrealistisch. Nonsens.” Behalve voor de ondernemer die het deed.
“We kunnen niet eeuwig bescheiden blijven” adverteerde HP lang geleden. HP heeft “praatjes” was mijn intuïtieve doe-maar-gewoon-reactie toen. Inmiddels zie ik overal om me heen dat de mooiste ondernemersverhalen soms verborgen blijven onder een deksel van Nederlandse nuchterheid. Ondernemers kom naar voren met je nonsens-verhalen. We willen jullie praatjes horen.