Dat iets goed vóelt betekent nog niet dat het goed ís. Ons vermogen tot logisch denken en redeneren mag dan nogal overschat worden, de helderheid van ons voelen verdient ook een flinke dosis scepsis. Voelen is wel in. Bijvoorbeeld als het gaat om de onderbouwing van onze keuzes. In populariteit lijken hart en buik het te winnen van de geest. “Het voelt gewoon goed” is een onderbouwing die maar zelden wordt aangevochten. Toch is de goed-gevoel-keuze soms niet de beste keuze.
Er zijn genoeg redenen om je gevoel een beetje te wantrouwen. Het gevoel houdt namelijk erg van veilig en van vertrouwd. Het kan je afhouden van nieuwe dingen en kansen. Gevoel is ook vaak reactief en impulsief, van vechten of vluchten bijvoorbeeld. Van verzet in plaats van overgave. Sóms wel, maar niet altijd de beste raadgever op lastige momenten; ons gevoel.
Om te beginnen: vertrouw je gevoel voor geen meter, juist als het zó sterk is. Ga langzamer daar waar je snel wilt. Doe een stap terug in plaats van vooruit. Neem de tijd voor een grondige inspectie. Bedenk naast de keuze van je gevoel minstens twee alternatieven en bij elk een paar harde plussen en minnen. Slaap erover en laat een ander er ook eens op schieten. (Op die argumenten niet op je gevoel). Je gevoel wordt er niet minder of sterker van. Je keuze misschien wel. Vertrouw je gevoel met de maat van je verstand.