Elke afstandsloper weet hoe je in één marathon soms wel 20 keer kunt finishen. Hoe je zo’n grote wedstrijd met jezelf bijna automatisch opdeelt in een aantal kleinere wedstrijdjes. Hoeveel energie je krijgt van elke keer weer, dat je onder zo’n denkbeeldig finishdoek doorkomt. En dat je ze niet allemaal hoeft te winnen – die kleinere wedstrijdjes – om de grote daadwerkelijk uit te lopen.
Iedere ervaren loper weet ook dat je niet op de klok maar op de horizon moet lopen. De beste manier om een goede tijd neer te zetten is niet op je horloge kijken. Niet de blik richten op de grenzen van halve en hele uren, maar op die torenspits ginds, de voet van de brug, het keerpunt bij het kanaal. Je ziet jezelf er al passeren en je je voelt hoe dat zal voelen. Bij het viaduct staan altijd veel mensen. Je hoort al hoe ze je straks zullen aanmoedigen.
Het is levenswijsheid in drieën. Over moeilijke dingen en hoe je het jezelf makkelijker maakt. Vertaal je doelen in dromen, verdeel ze in kleinere – meer overzichtelijke – uitdagingen en beloon jezelf voor wat je bereikt. Vier je successen.
Meer mensen zouden moeten hardlopen.