Waar is het fout gegaan? Dat vraag ik me af, elke keer dat ik er langs fiets. Al zeker tien jaar lang. Hoe kan, iets wat ooit een goed idee leek, zo anders uitpakken dan de bedoeling was? Zo stel ik het me voor. Het is een grote winkel in gordijnen, vloeren en behang en hij heet Thuis in Van Dijk. Dat kan niet de bedoeling geweest zijn, toch? Thuis in Van Dijk. In van Dijk? Thuis in?
“Thuis in” is een franchise; een paraplumerk voor zelfstandige winkeliers. Het merk – die franchise – moet ze samen groot en landelijk laten lijken. En de bedenker en eigenaar van dat merk had een slim idee. “Thuis in” kun je toepassen op elke stad en dorp, Thuis in Culemborg, Thuis in Apeldoorn, Thuis in Spijkenisse en dus ook Thuis in Veenendaal. Maar winkel in Veenendaal heet Thuis in Van Dijk. En die in Almere heet Thuis in Heeman, die in Almere heet Thuis in Piet (!). En die in Bunschoten? Drie keer raden. Thuis in Koelewijn.
Wat ik denk dat er gebeurd is? Dat een op zichzelf goed idee stuitte op een groot praktisch bezwaar van de zelfstandige winkelier. Die had al een merk, namelijk zijn eigen naam. De naam van een familiebedrijf waarin was geïnvesteerd, vaak decennialang. Die naam bleef op de gevel, dat snapt iedereen en dat moest die franchisebedenker natuurlijk toegeven. Leuk en aardig zo’n nieuwe naam, maar niet in de plaats van de eigennaam, hooguit erbij. Dus Thuis in Aalbers. Maar zeg nou zelf.
Waar is het fout gegaan? Want het is natuurlijk kolder; Thuis in Beentjes, Thuis in Van Deutekom. Op welk punt in hebben de franchise-gever en de franchisenemers elkaar gemist? Hebben ze elkaar niet gesnapt? Hoe kan het dat het toch Thuis in is geworden, terwijl dertig van de veertig winkeliers besloten een andere weg te bewandelen? Is er opstand geweest? Avondenlange vergaderingen, met als uitkomst: we gaan het wel doen, maar niet zoals het bedoeld is? Waar is het fout gegaan?
De franchisegever heeft eieren voor zijn geld gekozen, lijkt me. Thuis In werd als snel Thuisin, zonder spatie. En de een schrijft het met kleine letters en de ander met een hoofdletter. Ze doen wat ze willen, die winkeliers. Maar daarvoor zijn het zelfstandigen. Eigenlijk wel logisch.
Of is het toch heel anders gegaan?