Meer dan zestig jaargangen luisterde of keek ik naar de Dam op 4 mei. Eerst als kind, staande bij het radiomeubel, later op schoolkamp bij de transistorradio en bij buren die televisie hadden. Veel later in het buitenland luisterend naar de wereldomroep of naar de autoradio, stilstaand op de vluchtstrook bij Rotterdam. Maar meestal toch thuis, in de familiekring, keek ik in stilte naar de Dam, op 4 mei om acht uur.
Maar vanavond zal het anders zijn. Ik kijk deze keer naar de herdenking op de Grebbeberg in Rhenen. Omdat ik het niet kan aanzien hoe op de Dam een uitgesproken fascist, nota bene als kamervoorzitter, namens ons een krans legt. Een man van een “partij” die angst aanwakkert en haat zaait. Die groepen mensen ontmenselijkt, die het land verdeelt en die de rechtspraak en de vrije pers probeert te muilkorven.
Niet normaal, dat zo iemand op 4 mei een krans legt op De Dam. Dat hoef ik niet zien om het te weten, om het te verafschuwen. Maar vanavond niet.