Het is zo´n beetje het grootste taboe in business; de noodzaak van groei ter discussie stellen. Ik heb het wel eens geprobeerd met clubjes managers, maar meer dan een ballonnetje werd het nooit. Het was even leuk, maar werd steevast toch doorgeprikt, voor we aan de borrel toe waren. Macro, meso, micro, groeien moet, uiteindelijk, bottomline. Toch? Wie niet groeien wíl, die is geen echte ondernemer, Wim.
Terwijl er best kanttekeningen te plaatsen zijn bij allerhande groei. People, planet én profit; ja, ja en ja, maar óók vaak néé, wordt steeds duidelijker. Wat moet je als ondernemer met dat besef? Is er ondernemersleven zonder groei? Het is één van de vragen waar ik niet uit ben. En kom nu eens niet met ¨beheerste¨of ¨verantwoorde groei¨, want dat is vaak een dooddoener. Gewoon niet groeien. Kan dat, ondernemer?
Het antwoord dat ik als marketeer heb is meer filosofisch dan praktisch: groeien moet niet, maar het mag wel. Groei als uitgangspunt, als doel – noem het expansiedrift – verblindt vaak voor de nadelige consequenties voor mensen en planeet. Foute focus, waarvan de ellende steeds zichtbaarder wordt. De groei waarmee ik wél goed kan leven, is groei die voortkomt uit hele goede marketing en uit toegevoegde betekenis voor mensen én voor hun leefwereld. Groei als onbedoeld gevolg van een nieuw soort ondernemerschap. Groei als bijvangst. Graag.