Dordrecht. Mooie stad. Maar om er te komen moest ik twee keer overstappen. Uit en thuis zes treinritten; een overdosis OV voor iemand die weinig spoort. Ik genoot er dan ook van, keek lekker om me heen en verbaasde me over zaken. Over NS beambten bijvoorbeeld.
Mijn kaartje werd niet gecontroleerd. In het geheel niet. De conducteurs deden hun best om niet op te vallen. In de Sprinters op mijn route vluchtten ze na elk station schielijk de achterste, lege bestuurderscabine in. Fluiten, sluiten en foetsie waren ze. Mijn blik ontwijkend, hun uitdrukking bevroren in de stand “verveling”. Ik had met ze te doen.
Er wordt veel gepraat over agressie in de openbare ruimte. NS personeel krijgt daarvan vast zijn deel wel mee. En dat kan een weerslag hebben op je werkhouding. Maar het was een zonnige zaterdag en ik had best een paar keer een vriendelijke blik en een aardig woord over gehad voor een controleur. En ik was vast de enige niet, om de man of vrouw een goed werkgevoel te bezorgen. Er is ook veel hartelijkheid in de openbare ruimte.
Plezier in je werk is overal te vinden. Maar maak je baas, je collega’s of je klanten er niet verantwoordelijk voor. Je moet het wel zelf gaan halen.