Het glas is vol. Altijd. Hoe je er ook naar kijkt. Een leeg glas is niets, net als een lege helft niets is. Je hebt er niets aan. Je kunt er niets mee. Het is er niet.
Daarom is een glas ook nooit half vol. “Half vol” is een doekje voor het bloeden. Voor het tekort, de afwezigheid, het ontbreken ….. van iets. Een excuus.
Het glas is groot of klein, dat ligt eraan hoe je er naar kijk. Maar het is altijd vol. Doe het daar maar mee.